Rienk de Haas: ‘‘Als ik daaraan terugdenk, krijg ik nog steeds kippenvel.’’
Dit bericht is geschreven door de redactie van slotoffensief.limbointernational.dev/.
Stipt om 19.15 uur komt hij aan, precies zoals afgesproken. Keurig gehuld in de kleding van VCR steekt Rienk de Haas zijn hand uit voor een stevige handdruk. “Ik dacht al: ik moet wel even goed op de foto,” zegt hij met een brede lach.
Na een korte kennismaking en een uitgebreide fotosessie nemen we plaats in de bestuurskamer van VCR. Achter Rienk prijkt een muur met het grote clublogo en talloze foto’s. Terwijl hij om zich heen kijkt, wijst hij met een glimlach naar een paar beelden waar hij zelf opstaat. De trots straalt ervan af.
De eerste stappen in het voetbal
De Haas leerde het voetballen bij VCR, maar maakte in de jeugd de overstap naar ‘De Broek’, zoals hij Broekster Boys zelf graag noemt. “We merkten met een aantal jongens, waaronder Riemer Doornbos, dat we op een hoger niveau wilden spelen,” vertelt hij. “Dan is de stap naar Broekster Boys een logische keuze.” Toch maakte hij zijn debuut in het eerste niet daar, maar bij zijn eigen VCR, en hoe! In de eerste vier seizoenen maakte hij liefst ruim honderd doelpunten. “We hadden toen echt een goed team,” zegt hij met glimmende ogen. “Met onder andere Abe Dreyer en Piet Raap. En met Anton van Zwol hadden we een geschikte trainer. We zaten in een flow. We werden kampioen in de vijfde klasse en ik maakte er dertig. Een jaar later, in de vierde klasse, maakte ik er zelfs 34. We waren heel dicht bij een dubbele promotie.”
Hij grijnst bij de herinnering. “Op paasmaandag speelden we toen een belangrijke wedstrijd tegen FC Birdaard. Er stonden rijen mensen langs de lijn. Binnen de lijnen vocht ik duels uit met mijn huidige trainer, Sybrand Smit. Dat zijn de wedstrijden waar je het voor doet. Helaas verloren we, en misten we later de promotie. Dat blijft zonde. Ik denk dat we het ook in de derde klasse goed hadden gedaan met dat team.” Het jaar erop vocht VCR echter tegen degradatie. “Piet ging naar Be Quick Dokkum en Abe had in die wedstrijd tegen Birdaard een zware knieblessure opgelopen, en dan merk je hoe groot het verschil is. We eindigden als elfde, en toen besloot ik dat het tijd was voor een nieuwe stap.”

Broekster Boys
De interesse in de doelpuntenmaker bleef niet uit. “Ik maakte weer de overstap naar Broekster Boys,” vertelt Rienk. “Maar het eerste seizoen heb ik veel gekwakkeld met blessures. Dat is wel een rode draad in mijn carrière geweest. Ik moest wennen aan de intensiteit en vooral aan de overstap van gras naar kunstgras. Mijn lichaam had daar moeite mee.” Toch wist hij in zijn eerste seizoen nog elf keer te scoren. “En dat terwijl ik de tweede seizoenshelft amper gespeeld heb,” zegt hij lachend. “Best aardig dan toch?”
Gevraagd naar het hoogtepunt in zijn carrière, hoeft hij niet lang na te denken. “Dat was mijn derde jaar bij Broekster Boys. Op de laatste wedstrijd na was ik het hele seizoen fit. Samen met Juryan Dantuma vormde ik een goed duo. Hij was sterk, moeilijk van de bal te krijgen. Ik zwierf eromheen en maakte zo twintig goals. We werden kampioen en ik werd topscorer van de competitie.” Hij kijkt even voor zich uit. “Op de slotdag wonnen we met 1-5 van VVI en troefden we Leeuwarder Zwaluwen op doelsaldo af. Alleen… ik kon die dag zelf niet spelen. Mijn knie was ontstoken. Dat was echt een smet op een verder geweldig seizoen. Man, wat heb ik daarvan gebaald.”
Na dat hoogtepunt keerden de blessures terug. “Twee jaar later nam ik afscheid van Broekster Boys,” vertelt hij. “Ik woonde inmiddels in Burgum en kende daar wat jongens. Toen kwam ook nog corona… Dus maakte ik de overstap naar FC Burgum. Maar dat werd geen gelukkig huwelijk. Ik kreeg opnieuw last van mijn lichaam. En hoewel ik inmiddels gewend was aan kunstgras, kon ik daar niet wennen aan het veld.”

Thuiskomen bij VCR
Na twee seizoenen bij FC Burgum besloot Rienk terug te keren naar zijn vertrouwde club. “Sportief gezien een stap terug,” zegt hij, “maar het voelde voor mij als thuiskomen.” De terugkeer bleek een schot in de roos. Met bijna veertig doelpunten in twee seizoenen en tweemaal een plek in de top vier was de rentree geslaagd.
Terwijl we verder praten, gaat de deur van de bestuurskamer open. Trainer Sybrand Smit komt nieuwsgierig binnenlopen. Al snel gaat het gesprek over het afgelopen seizoen en de band die is ontstaan tussen beiden. “Vorig seizoen hadden we het lastig,” vertelt Smit. “Na zeven wedstrijden bungelden we ergens onderaan. In die periode heeft Rienk me echt geholpen. We belden vaak, en telkens zei hij: ‘Trainer, het komt wel goed.’ Daar heb ik veel aan gehad.” Rienk knikt. “Het zat toen ook niet mee. Yannick en ik vielen door blessures uit in de eerste competitiewedstrijd en Jouke Hoekstra, die ook meer dan 100 goals voor VCR heeft gemaakt, was nog aan het revalideren. Dan lever je veel scorend vermogen in. Gelukkig draaiden we het om en haalden we uiteindelijk zelfs de nacompetitie.”

Een emotioneel seizoen
Het werd ook een emotioneel seizoen, want Rienk en zijn broertje Ruerd, ook eerste elftalspeler, verloren hun vader Jurjen. Trainer Sybrand Smit herinnert zich die periode nog goed. “De eerste wedstrijd die we wonnen, was thuis tegen WTOC,” vertelt hij. “Dat was de zaterdag na de begrafenis van hun vader. We wonnen in de laatste minuut. Rienk schoot een vrije trap, die vervolgens uit de rebound werd binnengewerkt. Dat moment vergeet ik nooit meer.” Rienk luistert aandachtig en krijgt zichtbaar kippenvel. “Wat mooi dat je dat zegt,” reageert hij zacht. “Mijn vader was erelid hier, en bij zijn begrafenis kreeg hij als het ware een klein ererondje over het veld. Een paar dagen later, met de sporen nog op het veld, winnen wij die wedstrijd, op zo’n manier… Alsof het zo moest zijn.” Hij kijkt even voor zich uit. “Als ik daaraan terugdenk, krijg ik nog steeds kippenvel,” zegt hij na een korte stilte. “Dat vergeet ik ook nooit meer.”
All-time topscorer worden
Het gesprek verstilt even, maar dan verschijnt er weer een glimlach op Rienks gezicht. Het verlies van zijn vader heeft hem geraakt, maar ook iets in hem aangewakkerd. Inmiddels staat hij op 157 doelpunten voor VCR. De clubtopscorer aller tijden heeft er 180. “Dat record? Ja, dat zou mooi zijn,” zegt hij. “Ik ben nog te gretig om te stoppen. Er is wat dat betreft niets veranderd tussen nu en toen ik negentien jaar oud was. Ik ben er nog steeds de hele tijd mee bezig. Met voetbal, met scoren.” Hij denkt even na en vervolgt dan: “Ik wil later niet denken: was ik maar doorgegaan. En sinds vorig jaar is dat gevoel, die gretigheid, alleen maar sterker geworden. Dat zit zo diep vanbinnen. Ik wil iets extra’s doen om hem trots te maken. Hoe mooi zou het dan zijn om topscorer van de club te worden?”
English 














































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































